Ik ben de eerste om te beamen (be-amen, niet beamen) dat ik geen supermodel ben. De catwalk is een ver-van-mijn-bed-show en de enige link die ik met Doutzen Kroes heb is de provincie waarin ik woon. Je snapt dus dat ik mijn auteursfotoshoot tot in de puntjes heb voorbereid.
Alles in de hand
Niet dat ik een nose job of onderkinreductie heb ondergaan, maar de niet-chirurgische zaken had ik helemaal in de hand. Glimlach oefenen voor de spiegel: check. Een tas vol extra schoenen: check. Handige kleding (zoals een roze onderhemdje): check. Dat ik nog steeds werd vergezeld door mijn decemberkilo’s mocht de pret niet drukken, evenals het feit dat ik de reis van Drachten naar Amsterdam zonder make-up af moest leggen. Vorige keer was het namelijk vele malen erger.
Hartstikke verzopen
‘Neem even een extra setje kleding mee,’ had de stylist me geadviseerd, die eerste keer. Dat was ik ook heus van plan, ware het niet dat ik een drukke werkweek had en voor de handigheid maar even bij mijn vader in IJmuiden was blijven logeren. De dag voor de fotoshoot werd ik onderweg ingehaald door een hevige regenbui. Vervolgens miste ik mijn bus, dus moest ik een grafeind door die natte hel lopen (terwijl ik natuurlijk net pissig mijn binnenstebuitengeklapte paraplu in een prullenbak had gestouwd).
De onderbroek van mijn vader
Dat extra setje kleding werd dus de kleding die ik op de fotoshootdag zelf droeg. En ik had ook mijn laatste onderbroek de dag ervoor alvast aangedaan, ’s avonds. Schat als mijn vader is, had hij meteen een wasje opgezet – met die onderbroek erin. Die zou dus never-nooit-niet op tijd droog zijn. ‘Ach, dan trek je er toch eentje van mij aan?’ opperde pap goedmoedig. ‘Dat ziet niemand.’
Uiteraard bleek ik me eenmaal in de studio dus wél om te moeten kleden. Ik vond het wat preuts om me daarvoor in de wc af te zonderen, want een model dat toevallig op hetzelfde moment op de foto ging had zich twee seconden voor mij nog op haar dooie gemakje van haar beha ontdaan. Moedig trok ik dus mijn broek uit, onderwijl mijn ongeschoren benen en slobberige witte boxershort tentoonstellend. ‘Die is van mijn vader, hoor,’ zei ik geruststellend toen ik de styliste er een blik op zag werpen. Natuurlijk werd het daar niet normaler van, dus ging ik braaf verder met mijn pogingen mijn omvangrijke derrière in een harembroek maat 36 te prakken.
Tijgerprint en pandaogen
Deze keer droeg ik matchend ondergoed (van mezelf) en had ik mijn maten en kledingvoorkeur alvast doorgegeven aan de styliste. Ik had zelfs een moodboard gemaakt om aan de visagist te laten zien wat voor soort knot ik wilde. Wat kon er misgaan? Niet veel, kan ik trots melden. Oké, de styliste had een panterprintjurkje meegenomen, dus moest ik schoorvoetend mompelen dat ik niet zo van panterprintjes houd (‘Maar dit is zwartwit, dus het is meer zebra!’) of van dierenprintjes in het algemeen, nu we het er toch over hebben. En tijdens het opmaken begonnen mijn ogen zo hard te tranen dat ik bang was dat alle make-up weer van mijn gezicht zou spoelen. Gelukkig zou ik dat zelf niet zien, want de algemene voorkeur ging uit naar een foto zonder bril. Aangezien ik zonder visueel hulpmiddel zo blind ben als een vleermuis (ik hoef nog net geen sonar te gebruiken) was het lastig om de camera te vinden. Ik vond het een hele prestatie dat het me lukte om op sommige foto’s níét uilig te kijken.
I like big buns and I can not lie
Maar verder ging alles prima. O, alleen de knot. Op zich was er niets mis mee – hij was hoogstens wat klein. Te klein, volgens de aanwezigen die er verstand van hadden. Alleen was de visagist net vertrokken, en zij was degene die de haardrol zo kunstig bovenop mijn hoofd had gedraaid. Gelukkig is Kristel, mijn uitgeverijmevrouw van de publiciteit, vroeger kapster geweest. De knot werd dus subtiel wat losgewrikt en opgevuld met – jawel – wc-papier. Mijn hoofd mocht ik dus onder geen beding meer bewegen, want dan piepte er telkens een eigenwijs wit stukje baggerlint uit de knot.
Doutzen Jonkman
Vorige week kreeg ik een blad vol auteursfoto’s toegestuurd waar ik even stil van werd. Hallo? Ben ik dat? Ik dacht dat schrijven het enige was waar ik goed in ben, maar nu blijk ik nog een talent te hebben: zonder bril en met een knot vol pleepapier, plus een tranend pandaoog, de camera proberen te spotten zonder scheel te kijken, en er dan ook nog uitzien alsof ik daar heel erg van geniet. Missie geslaagd!
Wat vinden jullie van de foto’s? Pleepapierknot yay or nay? 😉
Liefs,
Lis
Foto’s: Bonnita Postma Fotografie
Deze blog verscheen op 02-02-2014 op Viva.nl.
Geef een reactie