Wie mij een beetje kent, weet dat ik een fervente (en slechts lichtelijk obsessieve) blogvolgster ben. Vaak zie ik op beauty- en boekenblogs tags voorbijkomen. Dat zijn vragenlijsten met een bepaald thema of een specifieke invalshoek die de lezers meer info geven over de blogger(s). Zulke tags vind ik superleuk en ik wilde er eigenlijk ook weleens eentje invullen, dus daarom heb ik het maar meteen groots aangepakt – ik heb mijn eigen tag bedacht. Mag ik aan jullie voorstellen: de SchrijveloerusTag!
Wie mij een beetje kent, weet dat ik een fervente (en slechts lichtelijk obsessieve) blogvolgster ben. Vaak zie ik op beauty- en boekenblogs tags voorbijkomen. Dat zijn vragenlijsten met een bepaald thema of een specifieke invalshoek die de lezers meer info geven over de blogger(s). Zulke tags vind ik superleuk en ik wilde er eigenlijk ook weleens eentje invullen, dus daarom heb ik het maar meteen groots aangepakt – ik heb mijn eigen tag bedacht. Mag ik aan jullie voorstellen: de SchrijveloerusTag!
Wacht even, Lis. Waarom ‘Schrijveloerus’? Wat is dat nou weer? Nou, ik durf er niet mijn linkervoet om te verwedden, maar ik heb zo het gevoel dat de SchrijversTag al bestaat. Onder het mom: ‘Als je het doet, doe het dan gewoon extreem raar’, vind ik Schrijveloerus een perfect woord om deze tag mee te openen. Verder zijn het heel normale vragen, hoor! Let’s get started.
Waarom schrijf je wat je schrijft?
Het schrijven begon voor mij als hobby, maar later werd het iets wat ik móést doen. Dit klinkt een beetje dwangmatig, maar er zitten gewoon heel veel verhalen in mijn hoofd en die willen er graag uit. Het is net als met mijn knokkels kraken: als ik het niet doe, wordt de aandrang alleen maar groter. Op het laatst is het het enige waar ik nog aan kan denken. Ik schrijf dus omdat het van mezelf moet. Eerlijk gezegd kan ik ook weinig andere manieren bedenken om te dealen met mijn onhandigheid en dagelijkse blunders.
In welk(e) genre(s) schrijf je?
Chicklit! Sommige mensen vinden de naam van het genre een denigrerende toon hebben, maar eigenlijk word ik er wel vrolijk van. Het klinkt blij en luchtig, en dat is precies wat het genre is! Ik wil mensen graag vermaken met mijn boeken. Van mij hoeven ze er echt geen levensveranderende ontdekkingen door te doen, als ze zich maar even in een andere wereld wanen.
Zie je jezelf in de toekomst ooit een uitstapje maken naar een ander genre?
Ja, dat lijkt me heel erg leuk! Ik heb een verhaal in mijn hoofd dat niet geheel te bestempelen is als chicklit. Het gaat meer de scifi-kant op, met een tikkeltje fantasy. Het zal trouwens nog wel een even duren voordat ik dat idee echt ga aanpakken, want eerst heb ik nog een paar andere boeken in mijn hoofd (die wel heel erg binnen het chicklitgenre passen). Ooit wil ik ook een boek met horrorelementen schrijven. Ik heb mijn lezers inmiddels aan het lachen gemaakt en zelfs aan het huilen gekregen – nu wil ik ze een keer bang maken 😉
Wie inspireerde je om te gaan schrijven (of om te blijven schrijven)?
Dit is bepaald geen geheim: degene die mij heeft gepusht om ‘iets’ te gaan doen met schrijven was Meneer Pullens, mijn leraar uit groep 7. Dankzij hem begon ik te vermoeden dat ik misschien iets gevonden had waar ik echt góéd in was. Verder blijf ik gemotiveerd door het lezen van goede boeken. Mooie verhalen leiden altijd tot meer mooie verhalen. O, en boeken over schrijven vind ik ook fantastisch en inspirerend!
Wie is je favoriete door jouzelf bedachte personage?
Ik weet dat ik de vragen zelf verzonnen heb, maar dit is serieus een lastige. Ik vind Tigran uit Glazuur echt heel leuk, hij doet me een beetje denken aan de GVR – maar dan Armeens. Verder ben ik echt fan van Paladin uit Verkikkerd en Verslingerd en zijn eeuwige lompheid, vooral als die hem zelf in de weg zit. En Kikker… Ja, Kikker is gewoon Kikker 🙂
In welk lettertype werk je het liefst?
Cambria of Arial. In de loop der jaren is het schreefloze Arial erin geslopen omdat het het standaardlettertype in veel tekstverwerkers is (ik vind trouwens de mensen die nog altijd ‘Ariël’ zeggen echt superschattig), maar mijn favoriete lettertype blijft Cambria. Er is niets mooiers dan een eerste versie doorscrollen en pagina’s vol Cambrialetters zien. Hmmm.
In welk lettertype zou je nóóit werken?
Haha, inkoppertje: het meest gehate lettertype ter wereld natuurlijk. Comic Sans. Ik vind het onbegrijpelijk dat er zo veel bedrijven zijn die kiezen voor belettering in dat verschrikkelijke graflettertype. O, en ik heb ook een schurfthekel aan Papyrus. LEEJLUK.
Welk boek had je zelf geschreven willen hebben?
Hmmm… Ik denk de Daughter of Smoke and Bone-serie, van Liani Taylor. Ja, oké, dat zijn drie boeken, maar het is een verhaal dat zo goed is opgebouwd en zo sterk is neergezet dat je de boeken het liefst allemaal in sneltreinvaart achter elkaar uitleest. Ik probeer soms aan vriendinnen uit te leggen waar de boeken precies over gaan en zij lachen me dan uit omdat het zo stom klinkt. Beetje het Harry Potter-effect: ‘Er is dus een jongen die in een bezemkast woont en die krijgt allemaal brieven die worden gebracht door uilen, en dan blijkt hij een tovenaar te zijn…’ Zó goed zijn die boeken dus: als je het leest, komt het allemaal heel reëel over. Nu ik er zo over nadenk had ik de boeken wel heel graag geschreven willen hebben, maar ik denk serieus niet dat ik zoiets had kunnen bedenken.
Wat is de raarste opdracht die je ooit in een boek hebt geschreven?
Ooit heb ik een boek gesigneerd terwijl ik iets te veel had genoten van de alcoholische consumpties op een feestje. De volgende dag kreeg ik het boek weer onder ogen. Er wordt weleens gezegd dat schrijvers beter schrijven onder invloed, maar dat geldt blijkbaar niet voor mij. Ik was niet eens in staat de naam van degene voor wie het boek was goed te spellen. En alle letters deden dansjes over de pagina. Gelukkig nam ze het goed op. Ze zei: ‘Nu ben ik de énige met een dronken opdracht van jou in mijn boek!’ Oók een soort collector’s item. Ahum.
Wie is de eerste die jouw verhalen leest (behalve jijzelf natuurlijk)?
Meestal is dat Lisje B, die me direct vertelt wat ze ervan vindt. Vooral in de eerste fase van het boek is dat spannend, want dan ligt alles nog open. Als ik het verhaal nog aan het temmen ben, is het doodeng en tegelijkertijd best essentieel voor mij dat er iemand meeleest. Gelukkig is Lisje B meestal enthousiast! Tijdens het schrijven van Verslingerd las Linda trouwens ook mee. Ze pikte meteen een heleboel foutjes en gekke dingetjes eruit. Prettig! Verkikkerd en Verslingerd hadden overigens nog een extra proeflezeres: Lysanne. Zij hielp me onder meer aan studentikoze termen, de namen van drankjes en vertelde me dat de naam Nikita écht niet kon. Vervolgens hebben we een middag besteed aan het doorbladeren van haar jaarboeken en zijn we uiteindelijk op de naam Merel gekomen.
Heb je weleens meegedaan aan een schrijfwedstrijd en/of in de jury van zo’n wedstrijd gezeten? (Zo ja: hoe was dat?)
Allebei! De wedstrijd waaraan ik heb meegedaan is natuurlijk de Chicklit Schrijfwedstrijd, die werd georganiseerd door Luitingh-Sijthoff, Chicklit.nl en Bol.com. Aan het winnen van die wedstrijd heb ik het auteurscontract van Glazuur te danken! Sindsdien heb ik bij twee wedstrijden in de jury gezeten: de Chicklit Schrijfwedstrijd 2013 en de Paul Harland Prijs 2013. Die twee wedstrijden lagen nogal ver uit elkaar qua genre, maar de opzet is hetzelfde: een zoektocht naar een goed verhaal. Ik vind het echt een eer om het werk van anderen te mogen beoordelen als jurylid. Ik probeer mijn feedback altijd zo goed mogelijk te onderbouwen, zodat de schrijver er daadwerkelijk iets aan heeft – ook als het niet zo positief is. (Voorál als het niet zo positief is, eigenlijk.)
Hoeveel verhalen zwerven er op dit moment door je hoofd heen?
Even tellen. Twee ‘losse’ romans en twee ideeën voor grotere projecten, die moet ik waarschijnlijk opdelen in twee of meer delen. Het klinkt een beetje raar, maar als een idee op een gegeven moment heel duidelijk vorm heeft gekregen, móét ik het ook gewoon opschrijven. Anders belemmert het me in mijn doen en laten! Vier verhalen, dus.
Wat is jouw schrijfvalkuil?
Ik denk dat mijn schrijfvalkuil te scharen valt onder mijn algemene valkuil: chaos. Ik doe vaak vijf dingen tegelijk. Dat is niet omdat ik dat graag op die manier doe, maar omdat ik halverwege het ene ding ineens bedenk: ‘O, ik kan dat andere ook wel even gaan doen.’ En dan denk ik ineens: ‘O, maar ik zou dat-en-dat ook nog doen vandaag.’ En voor ik het goed en wel in de gaten heb, ben ik begonnen aan de afwas, de was, het ophangen van een wasje, die berg overhemden strijken, de konijnen verschonen en een blog schrijven, maar heb ik helemaal niets afgemaakt. Bij schrijven wil ik ook graag van hot naar her. ‘O, idee voor dit hoofdstuk.’ En: ‘Maar dan moet ik ook even alvast dit goede idee opschrijven, anders vergeet ik het.’ Zodoende mist er in mijn eerste versie regelmatig ergens een stuk. Of ik stop gewoon met schrijven midden in een
Ben je weleens herkend in het openbaar als ‘de schrijver van…’?
Eén keer! Het was in de trein en ik vond het superleuk – maar stiekem ook superongemakkelijk. Ik droeg alleen mascara en vroeg me oprecht af hoe het meisje me in vredesnaam had herkend, want ik leek écht niet op mijn auteursfoto, haha. O, en een keer in de sauna bij ons in de sportschool! Dat ging wat geleidelijker; ik had het met een vrouw over boeken en ze vertelde dat ze graag chicklit las. Dat gesprek had ik dus rustig een andere kant op kunnen sturen (want hé, sauna, bloot, je weet wel), maar eigenlijk vond ik het wel grappig. Sindsdien roept ze altijd: ‘Hé, beroemdheid!’ als we elkaar tegenkomen in de sportschool. *gniffel*
Ik hoop dat jullie het een beetje interessant vonden om te lezen over mijn schrijveloerus-bezigheden. Stond er iets tussen wat jij nog niet wist?
Als je de tag leuk vindt en je schrijft zelf ook graag, neem hem dan gerust over! Om zeker te weten dat hij geen anonieme dood sterft, geef ik het stokje meteen door aan Chantal van Gastel, bestsellerauteur van onder andere de Zwaar-trilogie, en Eline Stiekema, die vorig jaar de Chicklit Schrijfwedstrijd won en nu geniet van het succes van haar debuut Dubbelspel!
Liefs,
Lis
Geef een reactie