Lau en ik zijn vandaag acht jaar samen. We vieren het vanavond met tapas 🙂 YAY! Maar dat was bijna niet gebeurd. (Niet alleen de tapas, maar de hele relatie.) Het eerste wat ik ooit tegen Lau zei ging namelijk meteen de boeken in als de slechtste openingszin in de geschiedenis van de mensheid. Ik weet zeker dat er in een parallel universum ergens een versie van mij rondloopt die zichzelf nog steeds voor haar kop slaat vanwege die ene stomme opmerking die haar een mogelijk glansrijke toekomst met de man van haar dromen heeft gekost.
Â
Lau en ik zijn vandaag acht jaar samen. We vieren het vanavond met tapas 🙂 YAY! Maar dat was bijna niet gebeurd. (Niet alleen de tapas, maar de hele relatie.) Het eerste wat ik ooit tegen Lau zei ging namelijk meteen de boeken in als de slechtste openingszin in de geschiedenis van de mensheid. Ik weet zeker dat er in een parallel universum ergens een versie van mij rondloopt die zichzelf nog steeds voor haar kop slaat vanwege die ene stomme opmerking die haar een mogelijk glansrijke toekomst met de man van haar dromen heeft gekost.
Wacht, dit behoeft denk ik eerst wat uitleg. Lau en ik leerden elkaar kennen op de middelbare school, toen we in de examenklas zaten (ik in de vijfde, hij in de zesde). We bevonden ons vaak op dezelfde plek op hetzelfde moment, namelijk tijdens de pauzes aan een van de tafels in de kantine, waar gepokerd werd. Dat was een constante strijd met de conciërge, want die vond eigenlijk niet dat we gokspelletjes mochten doen.
Wij vonden dan weer dat poker niet écht een gokspelletje was, maar een soort minivorm van het leven (je krijgt een hand kaarten en daar moet je het mee doen; als de kaarten tegenvielen moest je je maar door het spelletje heen bluffen of er zelf uit stappen – vrij accuraat, nietwaar?). Uiteindelijk mochten we pokeren, zolang we maar geen geld inlegden.
Ya play your cards close to your chest, because ya pokerface is a dreary mess
Laat ik vooropstellen dat ik superslecht ben in pokeren. Mijn gezicht verraadt direct wat ik denk of voel, dus ik kan het net zo goed met neonletters op mijn voorhoofd zetten. Mijn pokerface was zelfs zo nonexistent dat iedereen op een gegeven moment uit beleefdheid even zijn hoofd wegdraaide als ik mijn kaarten bekeek, zodat ik ook nog een béétje een kans maakte. Ik zat daar dan ook niet omdat ik poker zo leuk vond. Ik zat daar vanwege de lange slungel met zijn aanstekelijke lach en zo’n hoge grapdichtheid per gesprek dat met hem praten alleen al een soort buikspieroefening was.
So bad all my bones shake
Nu was ik destijds ook al niet heel handig op sociaal gebied, dus toen mijn vriend Eric me vertelde dat Lau ooit geopereerd is om zijn groei te remmen en dat ze toen ijzeren pinnen in zijn knieën hebben gestopt, sloeg ik die info goed op. Dat kwam vast ooit nog wel eens van pas. En zo geschiedde.
Het was net pauze en ik liep naar de kantine. Ineens kwam ik Lau tegen, die met gigantische passen in tegenovergestelde richting liep. ‘Hé,’ zei hij in het voorbijgaan. Hij hield zijn pas even in. Ik was een halve seconde met stomheid geslagen omdat hij me blijkbaar buiten de pokertafel ook herkende.
‘Hé,’ zei ik dommig terug. Daarna, toen het ernaar uitzag dat hij weer door zou lopen, gooide ik eruit: ‘Hé, jij hebt ijzeren pinnen in je knieën, toch?’
Nu was het zijn beurt om me even aan te gapen. Ik zag hem moeite doen om zijn gezicht in de plooi te houden, wat niet lukte. Hij begon te lachen en hield niet meer op. Daarna liep hij lachend door.
Quiet little monsters creep into my head, I’ll fall for you
‘Maar hij hééft toch ijzeren pinnen in zijn knieën?’ vroeg ik lichtelijk wanhopig aan Eric.
Die lachte en klopte me verontschuldigend op mijn rug. ‘Ach, lieverd. Sorry. Dat was een grapje.’
Nu weet ik dat ik vrij goedgelovig ben – ik heb bijvoorbeeld jarenlang gedacht dat het meervoud van ‘anus’ ‘anii’ was, omdat een zeker iemand *kijkt nadrukkelijk naar Lau* me dat ooit vertelde. Maar dat mijn goedgelovigheid alle kans op een gesprek met de liefde van mijn leven de grond in zou boren, had ik destijds niet gedacht. Ik kon me niet voorstellen dat hij hierna nog een woord tegen me zou zeggen, dus ik gaf het maar gewoon op.
Like a warm drink it seeps into my soul
Gelukkig kwam het goed, bijna een jaar later. We renden hand in hand door een stortbui naar de auto en lachten elkaar daar uit omdat de verzopen-kat-look nou eenmaal bijna niemand staat. Een half jaar later gingen we samenwonen, gewoon, omdat dat gezellig was. Vandaag zijn we precies 8 jaar samen. Dat klinkt lang, maar het is nog veel te kort. Ik smeer zijn broodjes en strijk zijn overhemden, iets wat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Hij repareert alles wat ik stukmaak in huis en tolereert mijn almaar groeiende collectie boeken, al weet hij dat hÃj degene is die er met de volgende verhuizing weer mee loopt te zeulen.
So honey, take me by the hand and we can sign some papers
Ik wil samen nog heel veel lasagne eten, konijnen adopteren, bejaarde wandelingen maken, zinnen verhaspelen, opgevouwen in vliegtuigstoelen zitten, zeiltripjes maken, verbranden, vervellen, hoerenkerstbomen optuigen, wanhopig proberen de plantjes die Linda ons geeft in leven te houden, chips eten, films niet reserveren en dus een andere film moeten uitzoeken (want we zijn nu toch al in de bioscoop), flufselige truien kopen, verhuizen, nog een keer verhuizen, hé laten we weer een keer verhuizen anders, verslaafd raken aan stomme series, verdwaald raken in de Ikea, verdwaald raken in Duitsland, verdwaald raken waar dan ook als ik de kaart in handen heb, Jezus Lis we vertrouwen nooit meer op jouw richtingsgevoel… Maar ik dwaal af (daarom verdwalen we ook altijd).
Simpelweg dit:
We sure are cute for two ugly people. I don’t see what anyone can see in anyone else but you.
En dan te bedenken dat we dit allemaal bijna waren misgelopen, alleen maar omdat ik niet in staat ben normale gesprekken te voeren. Godzijdank bestaan er tweede kansen.
Â
Liefs,
Geef een reactie