Soms zit het mee en soms zit het tegen. En soms lijkt het alsof je aan de rand van een ravijn vol scherpe rotsen staat en de grond langzaam maar zeker onder je voeten afbrokkelt.
Soms zit het mee en soms zit het tegen. En soms lijkt het alsof je aan de rand van een ravijn vol scherpe rotsen staat en de grond langzaam maar zeker onder je voeten afbrokkelt.
Mijn vierde roman Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is zou verschijnen in juli 2015. Die maand is inmiddels gekomen en gegaan. We zitten al halverwege augustus, en nog steeds ligt er geen nieuw boek van mij in de schappen. Het regent berichtjes in mijn inbox van lieve lezers die zich afvragen waar Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is blijft. Het minste wat ik nu kan doen, is uitleggen waarom mijn boek er nog niet is en waarom ik zo sporadisch op mails en berichten reageer.
Minstens een boek per jaar
In 2012 verscheen mijn debuutroman Glazuur. Een jaar en een maand later lag Verkikkerd in de schappen en vorig jaar verschenen er tot mijn eigen verbazing en vreugde zelfs twee boeken van mijn hand: in mei Verslingerd en in november de hup-ga-nou-eens-schrijven-gids Schrijven kreng! Ik werkte ondertussen vol goede moed aan Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is en aan Magic Inc, de YA-serie die ik samen met Martin Gijzemijter schrijf.
Alles tegelijk
En toen… Dit is het stuk van mijn blog waar ik niet meer zo goed weet hoe ik dingen onder woorden moet brengen. De afgelopen maanden waren gek, emotioneel en zwaar. Ik weet dat iedereen op een bepaald moment dood moet gaan, maar als niet iedereen tegelijk om zou kunnen vallen zou dat echt super zijn.
Na lang lijden overleed mijn oom Wim op 23 juni, op 49-jarige leeftijd. Nu is 49 een mooie leeftijd, maar niet om dood te gaan – daar zijn we het denk ik allemaal over eens.
Op de ochtend van Wims crematie kreeg mijn opa plotseling een hartinfarct. Hij deed niks geks, hij stond gewoon een beschuitje voor mijn oma te smeren. Mijn moeder belde en zei dat ik op dat moment niets voor opa kon doen, dus gingen Laurens en ik toch naar de crematie. Om Wim de laatste eer te bewijzen en omdat ik beloofd had te spreken. Ik had mijn speech net zo lang geoefend tot ik er zelf niet meer binnen de eerste drie regels om hoefde te huilen. Het voelde goed om mijn mooie herinneringen aan mijn oom te delen met de ruim 200 mensen die afscheid van hem kwamen nemen.
Drie dagen later overleed mijn opa. Stond ik verdomme een week na Wims crematie weer een grafrede voor te dragen, ditmaal voor alleen een klein clubje familie, over dat ik Europa een beetje bescheiden vond voor mijn ouwe opa. Eerder ‘in de hele Melkweg was er niemand zoals hij’, maar ja, dat rijmt dan weer niet zo lekker.
We droegen de kist naar de auto terwijl uit de oude bouwradio het vrolijke The Galloping Comedians van het Hotcha Trio schalde.
Ik zei steeds half-grappend dat als we dat tempo van een dierbare per maand verliezen zouden volhouden, er halverwege 2016 niemand meer over zou zijn. Augustus kwam en mijn konijn Whopper moest aan een abces bij zijn oor worden geopereerd. Tijdens de operatie kneep die kleine hufter ertussenuit. Zijn grafrede heb ik niet voorgedragen, maar in een blog gezet.
Het moet af – of niet?
En telkens was er op de achtergrond die roman, dat boek dat af moest, waarin ik nog zoveel moest schrappen. Iedere keer als ik er twee uur aan gewerkt had was ik helemaal wanhopig. Alsof het nooit af zou komen. Alsof ik stront stond te scheppen in een vollopende gierput. De laatste weken beleefde ik helemaal geen lol meer aan het werken aan Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is. Telkens als ik het bestand opende, dacht ik: ‘Getver.’ En laat me je vertellen dat ‘getver’ niet iets is wat je wilt denken over een project waar je anderhalf jaar lang met zoveel liefde en voldoenig aan hebt gewerkt.
Ik zou nu kunnen zeggen dat ik wel doorploeter en dat ik het linksom of rechtsom wel in oktober in de winkels heb liggen. Maar wordt het dan de roman die ik zelf wilde schrijven, of de roman die ik van mezelf moest afmaken om mezelf iets te bewijzen? En zo ja, wat wil ik mezelf dan bewijzen? Dat ik een boek per jaar kan schrijven? Dat heb ik in 2012, 2013 en 2014 (dubbel) gedaan. Het is tijd dat ik aanvaard dat een boek per jaar me in 2015 misschien wel, maar misschien ook niet gaat lukken.
Verbrand vlees en gesmolten chocola
Niemand vindt het makkelijk om te zeggen: ‘Het gaat niet goed met me.’ Je voelt je al snel een aansteller of een aandachtstrekker. Zo ervaar ik het ook. Het is niet makkelijk om tegenover mezelf toe te geven dat ik niet SuperLis ben, maar het is waar: ik ben ook maar een mens van vlees en chocola. En dan moet je soms wat gas terug nemen, want anders brandt je vlees aan en smelt je chocola, en daar wordt niemand gelukkig van. Het komt heus wel weer goed, daar heb ik vertrouwen in. Ik word omringd door awesome mensen. Het is alleen nu nog niet oké, maar dat is oké.
En nu…
Wanneer verschijnt Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is? Geen idee. Ik hoop dit jaar nog, maar het kan ook best volgend jaar worden. Leuk is anders, maar ik wil mijn lezers alleen boeken voorschotelen waar ik zelf helemaal achter sta en waar ik gelukkig mee ben. Gelukkig heeft mijn uitgever niets dan begrip voor de situatie. Daar ben ik enorm dankbaar voor.
Ik hoop dat we Magic Inc begin volgend jaar kunnen uitbrengen, maar zoals ik de afgelopen tijd heb ondervonden is hoop alleen soms niet genoeg. In ieder geval zal ik jullie zo goed mogelijk op de hoogte houden.
Hopelijk heeft mijn volgende update een iets vrolijkere toon. Daar zijn we allemaal wel aan toe, geloof ik. Ik hoop dat ik jullie niet te erg heb teleurgesteld. Ga lekker een kop thee zetten en neem een flink stuk chocola. Dat is namelijk precies wat ik nu van plan ben.
Liefs,
Geef een reactie