WE ZIJN VERLOOFD – alles over het aanzoek!

Vandaag ben ik jarig! The Big Three-Oh. Wie mij een beetje kent, weet dat ik gek ben op mijn verjaardag. Niet een beetje ‘goh, ik hou wel van een feestje’-gek, maar echt volslagen ‘holy shit, ik ben jarig en er is taart en al deze mensen komen speciaal voor mij’-gek. En aangezien ik vrijdag ook nog eens mijn DERTIGSTE verjaardag vierde, moest het éxtra bijzonder worden. Ik had alleen niet aan zien komen hóé bijzonder precies…

Als je dan toch dertig moet worden, kun je het net zo goed op vrijdag de dertiende vieren, dacht ik. Het weer was het met me eens: lekker zomers temperatuurtje en nog zon ook. Lysanne was al een dagje eerder gekomen, en om te vieren dat we elkaar weer eens zagen, dronken we prompt drie flessen wijn leeg. Altijd een verstandig idee zo op de avond voor het daadwerkelijke feest.

Een rommelige start

Mijn vrijdag begon dus met mezelf weer bij elkaar rapen. Mijn hoofd lag los op mijn kussen toen ik wakker werd en mijn keel had verdacht veel weg van de Gobiwoestijn. Lys was er niet veel beter aan toe. We pikten de terrasverwarmer op, deden wat boodschappen en hebben toen de rest van de dag een beetje gelambald. Na een middagdutje voelden we ons allebei een stuk beter. En wat is de oplossing voor een kater? Meer drank, inderdaad. Plop!

De eerste gasten waren mijn broertje en zijn vriendin, en direct daarna kwamen familie en vrienden in drommen aan. Thank the lord for Lys, want terwijl ik als een kip zonder kop cadeautjes in ontvangst nam en halve bestellingen opnam om vervolgens alles weer te vergeten, voorzag zij iedereen van taart, koffie en drinken. Lau was ondertussen steeds weg; eerst om Caro op te halen en daarna verdween hij weer met de auto, ‘om je cadeau op te halen’.

Functionele cadeaus

Even over dat cadeau. Lau beleeft er altijd intens veel plezier aan om mij maanden voor mijn verjaardag al gek te maken met zinnen als: ‘Ik heb je cadeautje al besteld’, of: ‘Ik ga vandaag je cadeau ophalen.’ Aangezien ik heel slecht ben in raadsels oplossen, durft hij me zelfs vaak hints te geven. Dit jaar was de hint: ‘Ik hoop dat het in de auto past, anders moet ik de auto van je ouders even lenen.’

Maar Lau is ook iemand die graag functionele cadeautjes geeft. Zo heb ik met Kerst eens een powerbank van hem gekregen (die met het pakpapier eromheen precies dezelfde vorm had als een sieradendoosje) en vorig jaar kreeg ik op mijn verjaardag het meest legendarische cadeau ooit: een nieuw toilet. (In his defence: het was een hangende vlakspoelpot, en die konden we in de winkel nergens vinden. Dus eigenlijk was dit een heel romantisch cadeautje.)

Een paar dagen voor mijn feest vroeg ik dus aan Lau: ‘Is het niet alleen maar een functioneel cadeautje?’

Hij keek me even schuldig aan en zei toen: ‘O. Nou, ik denk dat je het alsnog wel heel leuk vindt.’

Ik had mezelf dus gedwongen om zo weinig mogelijk verwachtingen te hebben van het cadeau, anders kon het alleen maar tegenvallen.

Dus toen Lau wegreed om mijn ‘grote’, ‘functionele’ cadeau op te halen, keek ik hem blijkbaar met een compleet verloren blik aan. ‘Ik had een foto moeten maken van jouw gezicht,’ zei hij later lachend. ‘Je had echt géén idee.’

Inderdaad. Ik had geen idee. Gelukkig kwam Astrid Harrewijn op dat moment de tuin in om de aandacht af te leiden. Een klein uurtje later stond ik in de keuken een poging te doen om iets zinnigs bij te dragen aan de catering, toen er ineens allemaal geroep uit de tuin kwam. ‘Lis!’ ‘Haal Lis!’ ‘LIS, KOM NOU!’

Het is klein en het piept

Volledig verbijsterd werd ik door Lys naar buiten geduwd, waar Lau langs kwam rijden in onze auto versierd met ’30 jaar’-vlaggetjes. Hij kachelde onze tuin voorbij en boog af, het weiland achter ons huis in. ‘Ga naar hem toe,’ riep iedereen, dus ik deed (nog altijd een beetje van de leg door zoveel hysterie om me heen) een poging om zo charmant mogelijk over het prikkeldraad aan de rand van de tuin te klimmen. Het leek me namelijk net iets voor mij om te vallen en dan bloedend naar Lau toe te moeten strompelen om mijn cadeau in ontvangst te kunnen nemen.

Eenmaal op het weiland moest ik wat met mijn ogen knijpen tegen de ondergaande zon. Lau trok de kofferbak van ons ieniemienie-autootje open en haalde er een groot, rechthoekig pakket uit dat in een van mijn moeders dekbedhoezen verpakt was. Oké, vreemd. Hij zette het pakket op de grond en zei: ‘Nou, haal het er maar af.’

Ik duwde de hoes opzij en zag een bekende kooi; het was de kooi waar Whopper de eerste paar jaar van zijn leven in door had gebracht op onze studentenkamer, maar waar hij bijna nooit in zat omdat hij liever bij ons op bed chillde. En ín die kooi… zaten twee kleine bolletjes veren zachte piepgeluidjes te maken.

‘Kipjes!’ riep ik uit. ‘Ooo, wat lief! Je hebt kipjes gehaald, jij held!’

Het aanzoek!

Ik draaide me om en sloeg mijn armen om hem heen. ‘Ben je blij?’ vroeg hij in mijn haar.

‘Ja,’ piepte ik net zo hoog als de kipjes in de kooi naast me.

‘Blijf je bij me?’ vervolgde hij.

Eh, oké, random. Ik schoot in de lach. ‘Natuurlijk!’

Hij keek me aan met een twinkeling in zijn ogen die ik niet helemaal kon plaatsen, en ineens viel het me op dat zijn hart heel snel sloeg. Echt supersnel.

Voordat ik één en één bij elkaar op kon tellen, haalde hij iets uit zijn zak en knielde hij voor me in het gras. Op de achtergrond hoorde ik vaag de mensen die stonden te kijken gillen en joelen. Lau klapte het sieradendoosje in zijn hand open. Het licht van de ondergaande zon deed de drie kleine diamantjes op de verlovingsring schitteren. Nog steeds met die grijns, die leek te zeggen oh yes indeed, this is happening, vroeg hij: ‘Wil je met me trouwen?’ En Lau zou Lau niet zijn als hij een kans voorbij liet gaan om één van onze achterlijke koosnaampjes te gebruiken, dus voegde hij eraan toe: ‘Lelijke worm?’

‘Is dat een ja?’

Als dit één van mijn boeken was geweest en ik één van mijn vrouwelijke hoofdpersonen, dan had ik op dat moment iets gevats geantwoord dat tegelijkertijd een beetje romantisch was. Maar dit is niet één van mijn boeken, dit is het echte leven, en in het echte leven zei ik iets dat samen te vatten valt als: ‘UUWWAAAAHHOOOEEEW*snork*JAAAAA*snot*BUEHHEHEHEHHH!’

Toen Lau zich ervan verzekerd had dat het geluid dat ik zojuist gemaakt had echt een ‘ja’ was, stond hij op en drukte ik hem zo’n beetje plat. Gejoel en geklap van alle vrienden en familie die langs de rand van onze tuin stonden te kijken. Lau had het ringdoosje inmiddels weer dichtgeklapt, zodat de kostbare inhoud niet spoorloos in het gras zou verdwijnen. Ik vroeg zachtjes: ‘Hoor je die niet bij mij om te doen nu?’

Met de verlovingsring even later stevig om mijn vinger en de hand van mijn verloofde (AAAAH!) stevig in de mijne, draaide ik me om naar alle dierbare mensen op de houtwal van onze tuin. Ik stootte een kreet uit die nog het meest op een pauwenschreeuw leek en hield mijn hand omhoog. Dat was het startschot voor een bestorming en een felicitatieregen. ‘Ik wist het! Ik wist het al weken en ik moest telkens mijn mond houden,’ gilde Lara in mijn oor. ‘Het was echt het moeilijkste OOIT!’

‘Wat moohoohooooi,’ snotterde Kirsten tegen mijn schouder.

‘Ik heb de perfecte foto gemaakt! Precies op het goede moment!’ riep John uit, met zijn camera als een trofee in de lucht.

Oké, ik zal niet niet iedereens reactie apart gaan optekenen. Korte samenvatting: iedereen huilen, iedereen lachen, iedereen compleet in de gloria. De barbecue ging aan en de rest van de avond gleed voorbij in een waas van gillen, ringstaren, knuffelen, Lau ‘verloofde’ noemen… O, en natuurlijk diverse besefmomentjes, zoals: ‘O MY GOD, NU MAG IK TROUWJURKEN PASSEN!’ (ik) en: ‘O MY GOD, NU MAG IK EEN VRIJGEZELLENFEEST VOOR JE ORGANISEREN!’ (Lysanne).

Maar HOE DAN?

De rest van de avond puzzelde ik gaandeweg het hele ‘wat voorafging’-verhaal in elkaar. Lau had al maanden geleden mijn ringmaat op sneaky wijze achterhaald. Hij vroeg of ik het badkamermeubel wilde helpen slepen, want als ik zware dingen til, doe ik mijn ringen altijd af. Uiteraard was ik daarna volledig vergeten dat ik die ringen af had, en toen greep hij zijn kans: hij drukte de ring die ik altijd rond mijn ringvinger draag in een stuk zilverfolie en dat stukje folie bewaarde hij in een doosje.

Lara was ook niet de enige die er al van wist; Lau had het een kleine maand geleden aan mijn vader verteld, toen we uit eten waren met hem en zijn vriendin. ‘Wannéér dan?’ vroeg ik verbaasd. ‘Daar was ik toch gewoon bij?’

Hij lachte. ‘Weet je wel hoe vaak jij die avond naar de wc bent geweest?’

Daarna heeft hij het aan Mijn Frank verteld. Dat Frank een geheim kan bewaren wist ik al; vertel iets aan mijn bonusvader en hij neemt het desgewenst mee zijn graf in.

‘Niet aan mam?’ vroeg ik.

‘Nee, natuurlijk niet,’ zei Lau. ‘Jullie kijken elkaar één keer aan en je weet alles.’

Goed punt.

Ondanks alles toch onverwacht

Caro heeft een filmpje gemaakt dat ik pas vijftienmiljoen keer bekeken heb. De zon gaat net onder en je ziet vooral onze silhouetten (ik ben er nog steeds niet achter of Lau dat zo gepland had). Het lijkt verdikkeme wel een zwijmelfilm.

‘Had je het verwacht?’ vroeg iedereen en z’n moeder me (de enige vraag die qua frequentie in de buurt kwam was ‘hebben jullie al een datum?’ – NEE MAN IK HEB NET EEN RING!). En het eerlijke antwoord: NEE. Ik had het niet aan zien komen.

Dat lijkt een beetje vreemd, aangezien ik al jaren hoop op een aanzoek (bij voorkeur van Lau). Ongeveer sinds we acht jaar bij elkaar waren, begonnen er ‘wat als’-scenario’s in mijn hoofd rond te dansen, en in de twee jaar daarna dacht ik bij iedere ook maar enigszins belangrijke datum (verjaardag, kerst, jaarwisseling, verkeringsjubileum) dat het NU WEL ECHT ZOU GAAN GEBEUREN HOOR. En iedere keer was de feestdag in kwestie wel heel leuk, maar gebeurde er op aanzoekgebied echt ham en eieren.

Toen er na ons tien-jaar-verkeringsjubileum nog altijd geen meneer van twee meter op één knie was gegaan, besloot ik het los te laten. Ik verpestte het telkens voor mezelf door heel hard te hopen en dan achteraf toch stiekem een beetje teleurgesteld te zijn. Hij had al tien jaar geen noodzaak gezien om me te vragen; het zou wel niet meer gebeuren.

Dus natuurlijk was er een geniepig stemmetje dat in de weken voor mijn verjaardag in mijn achterhoofd allemaal wat-nou-als’en fluisterde, maar daar probeerde ik zo goed en zo kwaad als het ging niet naar te luisteren. Dat stemmetje had tot nu toe nul procent van de tijd gelijk gehad, dus nu zou het er ook wel naast zitten. Ik negeerde het stemmetje en vergat al snel dat het ooit iets gefluisterd had.

Dus nee, hoeveel jaar ik ook al smacht naar een aanzoek, ik had het werkelijk niet aan zien komen. Pas vlak voor het moment dat hij op één knie ging, kreeg ik iets in de gaten.

Iets van een afsluiting en een FAQ

Ik was van plan om dit bericht een soort overzicht te maken van wat de eerste dertig jaar van mijn leven me gebracht hebben, maar dit veel te lange, veel te rommelige aanzoekverhaal vind ik bij nader inzien veel leuker. Oké, nog even snel een kort overzichtje dan: 5 uitgegeven boeken (nummer zes verschijnt volgende maand), een hbo journalistiek-diploma (Lau: ‘Ik heb ook een veterstrikdiploma, dat vertel ik toch ook niet’), een eigen tekstbedrijfje, de beste prettig gestoorde vrienden en het mooiste huisje in Drenthe samen met de liefste meneer van de wereld, die nu ook nog mijn verloofde is. AAAAAH <3

 

O, om nog even de meest gestelde vragen te beantwoorden:

  • De jurk is van Oysho.
  • We hebben nog geen datum.
  • Ik zag het dus werkelijk niet aankomen.
  • Het zijn Cochin-kippen en ik heb ze Boef en Plof genoemd.
  • Ik denk niet dat we de konijntjes kunnen africhten om de ringen te komen brengen.

 

Iedereen enorm bedankt voor jullie lieve felicitaties! Het zijn er zo ontzettend veel en ik heb ze allemaal gelezen, ik denk alleen niet dat het lukt om overal op te reageren. Daarom even zo: JULLIE ZIJN GEWELDIG!


Geplaatst

in

,

door

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.