Het is december – de laatste maand van 2019. Nog een paar weken, dan is dit decennium afgelopen. Een mooie gelegenheid om terug te blikken op wat ik de afgelopen tien jaar eigenlijk heb gedaan (en wat me is overkomen).
Het is een tijd geleden dat ik mijn website heb bijgewerkt. Ik heb niets geschreven over de verschijning van Verknocht afgelopen juni of het feit dat de Onbreekbaar-reeks in 2020 als paperbacks verschijnt. Ik heb zelfs niets over onze bruiloft geschreven, terwijl dat toch echt de mooiste dag van het jaar (en misschien zelfs wel van mijn hele leven tot nu toe) was. Daarom deze extralange samenvatting van de afgelopen tien jaar van mijn leven, met véél te veel foto’s, tekst en scrollwerk – speciaal voor jullie. Enjoy!
2010
- Eerste keer meedoen aan NaNoWriMo
- Eerste versie van Glazuur schrijven
- Eerste huisdier samen (Whopper)
Is het echt al zo lang geleden dat ik mijn eerste boek schreef? Oké, de setting: 2010. Ik studeerde journalistiek in Zwolle en woonde in Enschede.

In oktober wees mijn vriendin Marije me op de Chicklit Schrijfwedstrijd die werd georganiseerd door Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, Bol.com en Chicklit.nl. Tegelijkertijd ontdekte ik (volgens mij ook via Marije, maar dat weet ik niet meer zeker) dat NaNoWriMo bestond: het wereldwijde project om in één maand een boek te schrijven. Ik deed mee en ging als een speer met wat uiteindelijk mijn debuutroman Glazuur zou worden.
Iedere dag stuurde ik naar Lisje B op wat ik had geschreven (wat niet alleen thuis gebeurde, maar ook in de pauzes tijdens mijn stage bij een Enschedees reclamebureau). Fun fact: heel lang was de eerste zin van Glazuur: ‘Ik droom vaak mooi.’

Op de dag dat mijn stage was afgerond, kwam Lau me ophalen op de fiets. Ik dacht dat we naar huis zouden gaan, maar in plaats daarvan sloegen we af naar een stuk van Enschede dat ik niet kende. ‘Hier moeten we zijn,’ zei Lau bij een willekeurig huis. Er deed een onbekende man open, die ons door de woonkamer meenam naar zijn achtertuin, waar hij een schuur had met een mamakonijn en een heleboel babykonijntjes. ‘Zoek er maar één uit,’ zei Lau. En dat is hoe we aan ons eerste gezamenlijke huisdier komen. Ik koos een klein zwart bolletje bibberend pluis uit. Twee weken later, vlak voor kerst, mocht ik hem ophalen. Ik noemde hem Whopper, naar mijn favoriete eten van dat moment.

2011
- In mijn eentje op perstrip
- Winnaar Chicklit Schrijfwedstrijd
- Eerste auteurscontract
- Afgestudeerd
- Start verhuismarathon
- Geregistreerd als zzp’er
- Eerste grotemensenbaan
- Eerste auto

In 2011 zijn er heel veel Grote, Spannende, Levensveranderende dingen gebeurd. Punt één van het lijstje lijkt in vergelijking met de rest misschien vrij futiel, maar in mijn eentje op perstrip naar Turkije was toch een behoorlijk belangrijk moment in mijn leven.
Op mijn achttiende ben ik een keer in mijn eentje vanuit Frankrijk per trein terug naar Nederland gereisd, maar naast die (destijds enorm stressvolle) ervaring, was dit de eerste (en enige) keer dat ik in mijn eentje internationaal gereisd heb. Ik liep stage bij tijdschrift Men’s Health en mocht naar Izmir met een groep journalisten van over de hele wereld. Met een paar van hen heb ik nu zelfs nog contact.

In mei was de prijsuitreiking van de Chicklit Schrijfwedstrijd. Eerder waren er van alle auteurs op de shortlist alvast kleine stukjes uit hun manuscript online gepubliceerd, en ik wist oprecht niet of ik wel een kans maakte. Toen Hedda mijn naam noemde, viel ik bijna flauw (een factor die daar mogelijk ook aan bijdroeg was het feit dat ik een te kleine jurk droeg, omdat ik deze per se had willen dragen en mijn eigen maat niet meer beschikbaar was in de winkel).

Dat voorjaar tekende ik dus mijn allereerste officiële auteurscontract, bij Uitgeverij Luitingh-Sijthoff (tegenwoordig LS Amsterdam, want wie heeft er nou zin om elke keer helemaal ‘Luitingh-Sijthoff’ uit te moeten schrijven?).

In juni studeerde ik af. Klaar met journalistiek, wat nu? Ik was al een tijdje op zoek naar een baan, maar nu besefte ik ineens ten volle dat ik vanaf nu mijn eigen geld moest gaan verdienen. De stufi was gestopt en mijn studenten-OV gedeactiveerd. Ik dacht dat dit het moment zou zijn waarop ik me echt volwassen zou gaan voelen, maar ruim acht jaar later wacht ik nog steeds op dat moment, dus het zal wel nooit komen.

Lau en ik woonden al sinds augustus 2007 samen in ons studentenappartementje en nog ietsje langer onofficieel op zijn kamer van elf vierkante meter op Calslaan 13. Wat ik probeer te zeggen is: we woonden al onze hele studietijd op de campus, maar nu Lau zijn eerste stage in het UMCG zou gaan lopen en ik klaar was met mijn opleiding, hadden we geen reden meer om daar te blijven wonen. Het deed best pijn om afscheid te nemen van De Hems. Hoewel we er stiekem al jarenlang geleidelijk uit aan het groeien waren, was dit ons eerste huisje samen. Er lagen zoveel herinneringen in die dertig vierkante meter, waarin ook een keuken en een (in verhouding veel te grote) badkamer waren gepropt. Ik had bijna alle muren behangen met foto’s, sommige over elkaar geplakt, andere half omgekruld omdat ze te dicht bij de badkamer hingen.

Ik weet nog hoe we de eerste nacht daar doorbrachten, tegen elkaar aangeprakt in Laurens’ eenpersoonsbed, luisterend naar de bonkende beat van de Kick-In Party die bezig was op het veld voor onze flat. En nu gingen we daar weg.
Weg van die plek waar we zoveel feestjes hadden gehad, waarna iedereen bleef slapen en er zelfs mensen hun slaapzak onder tafel of in de douche uitrolden.
Weg van de plek waar we elkaar door en door hadden leren kennen, aangezien we al na een halfjaar gingen samenwonen onder het mom ‘als het niet werkt, zeggen we de huur op, nemen we allebei die drie spullen die we bezitten mee en gaan we onze eigen weg’.
Weg van de plek waar ik zoveel horrordates had gehouden met Lysanne en Lisje B – events waarbij we kilo’s chips en chocola wegwerkten en keihard zaten te gillen op twee meter afstand van het bed waarin Lau probeerde te slapen omdat hij de volgende dag wél college had.
Weg van De Hems.

Tot op de dag van vandaag hebben Lau en ik nog nooit ergens zo lang samen gewoond als in Enschede. Het afscheid van ons eerste plekje samen deed best een beetje pijn.
We mochten de drie stagemaanden in Groningen overbruggen in het huis van Laurens’ nichtje Elsbeth, die in het buitenland zat. En zo begon de verhuismarathon. Het grootste deel van onze spullen hadden we achtergelaten in Enschede voor de volgende bewoner. We betrokken het huisje aan de Rodeweg, samen met Whopper.

Ondertussen had ik me ingeschreven als zzp’er zodat ik de losse klusjes die ik links en rechts kreeg aangeboden iets professioneler aan kon pakken. In diezelfde periode kreeg ik mijn eerste baan – helaas wel in Lelystad, wat niet echt naast de deur was, maar hé: loondienstbanen binnen de journalistiek lagen nu eenmaal niet voor het oprapen. Omdat er destijds vanuit Gronigen alleen nog maar een crappy busverbinding naar Lelystad was die er uren over deed, én omdat we sloebers waren zonder noemenswaardig spaargeld, kreeg ik mijn eerste auto van mijn vader. Het was een boswachtergroene Volkswagen Vento met roestvlekken, die we liefkozend De Tank noemden. Hij verbruikte ook ongeveer evenveel brandstof als de gemiddelde tank. In de eerste week werd er al in ingebroken en jatte iemand mijn gloednieuwe navigatiesysteem, maar De Tank bracht me van Groningen naar Lelystad en weer terug, en meer verlangde ik ook niet van hem.

In 2011 verhuisden we overigens nog een paar keer: we woonden een maand bij mijn ouders in Spijkerboor en tegen de tijd dat het winter was, trokken we bij de ouders van Lau in. Die woonden op dat moment anti-kraak in een crappy woonboerderij, waar ze de tijd overbrugden tot het schip waar ze op gingen wonen af was gebouwd. We sliepen met z’n allen in de woonkamer omdat de rest van het huis onbewoonbaar was. Whopper woonde in een ren in de keuken. Tijdens een zware hoosbui ontdekten we dat het dak lek was doordat we John midden in de nacht indringend hoorden fluisteren: ‘Ank! Mijn voeten worden nat!’
Good times.
2012
- Verhuizing naar Almere
- Verschijning debuutroman Glazuur
- Glazuur Boek van het Jaar Chicklit.nl
- Aanschaf van de C1

Na een tijdje bij Laurens’ ouders op de boot gewoond te hebben (toen die eenmaal af was), konden we via-via een huis huren in Almere-Haven. Dat kwam voor ons allebei goed uit, aangezien ik nog in Lelystad werkte en Lau inmiddels bezig was aan zijn stage bij het AMC. Zo gingen we van de TBC-boerderij in Hoogkerk (muizenpopulatie 12.000) naar een gloednieuw woonschip, naar een volledige eengezinswoning van drie verdiepingen, met een carport en achtertuin. (Muizenpopulatie… ook aardig wat, want muizen zijn gek op konijnenvoer.)

Whopper kreeg een vriendje: het enorme konijn van de buren, Bink. Hij was twee keer zo groot als Whopper en vaak in onze tuin te vinden. Ze begonnen een vriendschap die uitmondde in een zeer uitbundige erotische relatie. Als ik even niet oplette en de tuindeur open liet staan, wipten ze knorrend het huis binnen en stonk de hele woonkamer vervolgens een week naar konijnensperma. Lovely.

In het voorjaar van 2012 verscheen na bijna een jaar van herschrijven, bijschaven en redigeren mijn debuutroman Glazuur. Er was verbazingwekkend veel media-aandacht voor, waaronder een artikel in VillaMedia Magazine getiteld ‘Debuteren voor je dertigste’, een kop waardoor ik destijds nog enigszins beledigd was, aangezien ik pas vierentwintig was.

Ik droeg Glazuur op aan mijn meester uit groep 7, Meneer Pullens. Dankzij zijn aanmoediging ben ik ooit doorgegaan met schrijven. Inmiddels is hij met pensioen, maar ik weet zeker dat hij in zijn tijd als docent niet alleen mij, maar ook nog klassen vol andere kinderen heeft gestimuleerd om hun droom na te jagen. Bedankt, Meneer Pullens!

Glazuur werd goed ontvangen. Ik kreeg zoveel leuke, lieve reacties via social media en mail, en ik beantwoordde ze allemaal. Ineens werd ik uitgenodigd op boekpresentaties van andere auteurs. Ik kreeg leuk contact met Astrid Harrewijn, die me meteen vanaf onze eerste ontmoeting al half adopteerde omdat ik zo’n ‘ongeleid projectiel’ was (haar woorden, maar ik ben het wel met haar eens).

Op een gegeven moment gingen Astrid en ik iets drinken met Chantal van Gastel en Gillian King, en dat was zo gezellig dat we besloten het nog eens te doen in deze samenstelling. Kiplit voordat het Kiplit was, dus.

In de zomer van 2012 ging ik voor routine-onderhoud met De Tank naar de garage, waar ik vrijwel direct te horen kreeg dat ik in een soort death trap rondreed. De ene rem werkte nog maar voor twintig procent, de andere rem kon ieder moment op slot slaan (ja, ook als ik op de snelweg reed) en onder de motorkap werkte er meer niet dan wel. Kortom: tijd voor een nieuwe auto. Van mijn eerste royalties kochten we de auto waar we nu nog steeds in rondrijden: een witte (tegenwoordig eerder bruinige) Citroën C1. Toen we hem kochten, stond de kilometerteller op 0. Gloednieuw. Inmiddels staat er zo’n 250.000 kilometer op, maar hij doet het nog steeds. Hij brengt me overal waar ik wil komen en is zelfs al een keer heen en weer naar Berlijn en Parijs gereden.

2013
- Verhuizing naar Drachten
- Boekenbal
- Verschijning Verkikkerd
- Guus geadopteerd

Toen Lau klaar was met zijn stage in Amsterdam, kreeg hij een aanbieding om weer naar het UMCG te komen. Terug naar Groningen, dus. Hartstikke tof! Eén probleempje: ik werkte nog in Lelystad, en hoewel ik verzot was op de C1, zag ik het niet zitten om er elke dag drie uur in te rijden. We moesten dus op zoek naar een nieuwe woonplaats die zowel vanuit Groningen als Lelystad goed bereikbaar was. Eerst overwogen we Heerenveen, maar omdat we maar één auto hadden en mijn werk niet bereikbaar was met het openbaar vervoer, leek het ons uiteindelijk eerlijk om toch wat dichter bij Groningen te gaan wonen. Het werd dus Drachten.

Godzijdank was het crisistijd en stonden er in de Tjaardaflats zat appartementen leeg die maar niet verkocht werden. We tekenden een contract waarin we beloofden er niet te zijn op momenten dat de makelaar bezichtigingen plande, en op te rotten als het huis verkocht zou worden. Zodoende woonden we plotseling weer een stuk dichter bij onze families in het noorden van het land.
Ik ging trouwens ook voor de eerste keer OOIT naar het Boekenbal!





Vlak voor de zomer verscheen mijn tweede roman, Verkikkerd, over een verwend Gronings meisje dat noodgedwongen op de campus van Enschede gaat wonen, tussen de nerds. Toen ik klaar was met schrijven, wist ik eigenlijk meteen al dat ik meer met deze personages wilde. Ik kon ze niet loslaten en begon direct aan Verslingerd.

Omdat we nu allebei veel weg waren en Whopper ook zijn konijnenvriend Bink uit Almere moest missen, besloten we een konijnenvriendin voor hem te adopteren. Bij het asiel in Drachten maakten we kennis met Guus, een knorrige oude dame die wel een vriendje kon gebruiken. We koppelden haar aan Whopper en ze waren meteen vriendjes.

O, leuk feitje: dit was ook het jaar waarin ik genomineerd was voor de VIVA400!

2014
- Verschijning Verslingerd
- Fulltime schrijven
- Verschijning Schrijven kreng!
- Verhuizing naar Helmond

Inmiddels was ik op mijn werk van vijf dagen terug naar 3 dagen gegaan, zodat ik meer tijd had om te schrijven. Toen Lau na zijn afstuderen begon aan zijn PhD, waren we ineens niet meer helemaal afhankelijk van mijn salaris. Ik schreef Verslingerd en mijn schrijfgids, Schrijven, kreng! (waarvan in 2020 het geüpdatete ebook verschijnt, trouwens).

Ik mocht opnieuw naar het Boekenbal, en dat deed ik natuurlijk in een superpompeuze pinojurk.
Uitnodiging voor het Buitenaards Boekenbal (wat Lau helemaal niet de hele tijd ‘het buiten-aars boekenbal’ noemde) Met Thomas Rodelopermomentje! Met Hedda en Febe Pino, Darth Vader, Febe, Hedda, Thomas en David
Verslingerd verscheen in de zomer. De boekpresentatie was op de campus in Enschede, waar ik met een groep bloggers een segwaytour maakte (zo gek om terug te zijn) en bij de Vestingbar de presentatie hield.

In het najaar besloten Lau en ik dat ik vanaf nu fulltime zou gaan schrijven. Het zou betekenen dat we de broekriem best wel aan moesten halen, vooral in het begin, maar het was toch de kant die ik uiteindelijk op wilde, dus waarom niet gewoon nu?

Guus overleed aan het eind van de zomer. Whopper was er helemaal door van slag, dus besloten we dat een nieuw vriendinnetje misschien de beste oplossing was. We adopteerden Twix, het allersexyste konijntje van de hele wereld, en na een wat hobbelige start waren ze superclose met elkaar.

Schrijven kreng! verscheen eind 2014. Mijn laatste boek dat nog op de oude locatie van Luitingh-Sijthoff werd gepresenteerd. Fun fact: een aantal boekhandels weigerde om Schrijven kreng! in te kopen, vanwege de ‘grove’ titel. (Dit was overigens in dezelfde tijd dat Dimitri Verhulsts Kaddisj voor een kut in veel van diezelfde winkels lag.) Ik overwoog nog even om een sticker met ‘schat’ te laten drukken die ze over het súpergrove en absoluut volledig serieus bedoelde ‘kreng’ heen konden plakken, maar helaas had ik daar geen budget voor.

Voor zijn PhD moest Lau een tijdlang intensief samenwerken met Philips, dus we verhuisden opnieuw, deze keer naar Helmond. We werden er steeds beter in. Deze keer huurden we de grootste verhuiswagen die je met een normaal rijbewijs mag rijden en propten onze spullen erin op volgorde van belangrijkheid. Alles wat op het eind niet meer in de truck paste, ging niet mee naar Helmond.

2015
- Verhuizing naar Groningen
- Blik geadopteerd
- Officieel mede-eigenaar Vijftwaalf.nl

In Helmond voelde ik me niet echt thuis. We woonden midden in het centrum aan de Markt, in een appartement met veel licht (behalve dan in de badkamer, a.k.a. de enige plek waar je heel graag een raam wilt om open te zetten). Aan het huis lag het niet, en het was heel leuk om een keer echt in het centrum te wonen. Ik was in twee minuten bij de bakker, de supermarkt, de bieb… Helaas moest ik om die plaatsen te bereiken wel vaak eerst langs vijf kledingwinkels. Ik heb nog nooit zo vaak nieuwe kleding gekocht als in 2015.

Het lag dus niet aan de plaats: het lag aan mij. Ik kon niet aarden in Helmond. Mijn vriendenkring bevindt zich grotendeels in het noorden, oosten, midden en westen van het land. In het zuiden kende ik (op dat moment) niet echt mensen. Ik raakte een beetje in een isolement, misschien zelfs juist doordat we in het stadscentrum woonden en ik op ieder willekeurig moment naar buiten kon. Na een paar maanden stelde ik ’telefoonkoffietijd’ in met mijn moeder, waarbij we elkaar dan belden en ondertussen allebei een kop koffie dronken.
Ik werd uitgenodigd voor het Boekenbal, maar helaas was het precies op de vrijdag dat Lau superlief als verrassing een weekendje Denemarken had geregeld. Dus geen Boekenbal, wel hertjes en kaneel-snèh (of hoe je dat ook uitspreekt).

Doordat ik niet lekker in mijn vel zat, schoot het boek dat ik aan het schrijven was ook niet op. Destijds had het nog de titel Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is. Het stond in de aanbiedingsgids van de boekhandels, maar ik miste deadline na deadline, en over wat ik uiteindelijk inleverde was ik eigenlijk niet helemaal tevreden. Ik ging herschrijven – mijn minst favoriete onderdeel van het schrijfproces.

Whopper ging al een tijdje niet zo lekker; we ontdekten op een gegeven moment een bobbel bij zijn oor, die een ontsteking bleek te zijn. Hij kreeg er druppels voor, maar na een tijdje merkten we dat Whopper niet meer op geluiden reageerde. Hij gebruikte Twix als een soort dovegeleidekonijn. Als zij op het geluid van brokjes af rende, volgde Whopper haar.

Bij de dierenarts bleek dat de ontsteking inmiddels in beide oren zat, en dat hij er al doof van was geworden. In totaal hebben we iets van 1000 euro aan operaties en medicatie ertegenaan gegooid, maar na een meelijwekkende tijd waarin hij een cone of shame op moest, was Whopper er weer bovenop. Nog steeds doof, maar wel weer gezond.

In de zomer (midden in een hittegolf) overleed mijn oom na een lang ziektebed. Terwijl we onderweg waren naar zijn crematie, belde mijn moeder om te vertellen dat mijn opa een hartinfarct had gehad. Hij was inmiddels gereanimeerd en in het ziekenhuis, maar ze wist niet zo goed hoe het er nu verder uit zou zien. Een week later overleed opa. Er brak een periode aan waarin we veel zorgen hadden om oma. Lau en ik verhuisden gelukkig terug naar het noorden, en wel naar Groningen, waar we een schattige benedenwoning hadden gevonden aan de Van Panhuysstraat. We probeerden mijn moeder zo goed mogelijk bij te staan terwijl we onze spullen in dozen propten (nog altijd in de bloedhitte). Inmiddels was verhuizen gewoon een soort Tetris voor ons geworden.

Toen we twee maanden in Groningen woonden, moest er nog een laatste dingetje gefixt worden aan Whoppers ene oor. Hij moest ervoor onder narcose. Ik leverde hem ’s ochtends af bij de dierenarts en zou hem ’s middags weer ophalen. Tussendoor ging ik even naar de kapper, waar ik werd gebeld door de dierenarts die redelijk overstuur klonk. Whopper was op de operatietafel overleden. Zijn hart stopte er gewoon mee.

Nu was Twix overstuur. En niet een beetje overstuur, maar echt helemaal van het padje. Waar was die dove idioot die altijd achter haar aan rende? Ik had hem meegenomen, waarom gaf ik hem niet terug? Ook Lau en ik waren er behoorlijk door aangedaan. Whopper gedroeg zich meer als een hond dan als een konijn, en hij was ons eerste huisdier. Als het ware een beetje onze ‘liefdesbaby’. Om Twix (en onszelf) hopelijk weer een beetje vrolijk te krijgen, adopteerden we tegen eind 2015 Blik: net zo sloom als Whopper, maar niet doof.

Sinds ik Martin ken, rijmde ik af en toe al eens een beetje mee met zijn Sinterklaasgedichtenwebsite Vijftwaalf.nl. Gewoon, voor de lol, als het heel druk was. Maar begin december 2015 belde hij me en zei hij heel rustig: ‘Niet schrikken, maar ik bel je vanuit de ambulance. Ik word nu naar het ziekenhuis gebracht, maar er staan een heleboel gedichten te wachten voor Vijftwaalf.nl, en die moeten wel gemaakt worden. Dus ik stuur je de login van de website, kijk maar hoe ver je komt.’

Martin had het dat jaar zó ontzettend druk, dat hij stressgerelateerde hartklachten had gekregen. Ik trommelde Mayke op, samen schakelden we nog wat mensen die we kenden in, en zo liep de website ineens gesmeerd én was het supergezellig om te praten over de gedichten die we maakten en te lachen om wat een ander had geschreven. Toen Martin terugkwam zei hij dat hij het niet meer anders wilde. Vanaf dat jaar was ik officieel mede-eigenaar van Vijftwaalf.nl. Toch nog íéts tofs in 2015!

Al met al was 2015 eigenlijk gewoon een ontzettend kutjaar. O, en Hedda en ik schoven mijn boek op de lange baan, want ik kon het niet meer zíén. Ik wist niet of ik het überhaupt nog wel uit wilde geven.
2016
- Winnaar Harland Awards Verhalenwedstrijd
- Ons eerste eigen huis gekocht
- Start van ruim drie jaar durende verbouwing

Het enige écht productieve dat ik in 2015 op schrijfgebied deed, was het schrijven van een kort horrorverhaal, getiteld De vier stadia van verval. Ik schaafde er nog een poosje aan en besloot het in te sturen voor de Harland Awards Verhalenwedstrijd. Ik vertelde nergens dat ik had meegedaan, want bij de Harland Awards wordt altijd de volledige scorelijst gepubliceerd en ik was als de dood dat ik als allerlaatste zou eindigen terwijl ik overal had rondgetoeterd dat ik meedeed.

Ik vergat nog bijna kaartjes te kopen voor de prijsuitreiking, maar uiteindelijk kwam dat goed. Zoals wel vaker sleepte ik Martin mee.

Vanaf het eerste moment zei hij dat ik ging winnen (als hij tenminste niet zat te slapen tijdens de ceremonie omdat hij een redelijk slapeloze week achter de rug had, haha). Ik wist het nog niet zo zeker (lees: ik dacht dat hij gestoord was), maar uiteindelijk won ik inderdaad de eerste prijs voor mijn horrorverhaal De Vier Stadia van Verval. Fantastisch!

Lau en ik waren al een poosje op zoek naar een koophuis. Ons doel was om in Groningen te gaan wonen, misschien in een leuke benedenwoning met extra verdieping en goeie tuin. Alleen zocht blijkbaar heel Noord-Nederland naar exact zo’n soort huis in onze prijsklasse, want hoe vaak we ook boden: het werd geen succes. We verlegden de grens op Funda van ‘Groningen’ naar ‘Groningen + omtrek van 15 km’ en ineens ging er een wereld aan mogelijkheden voor ons open.

Uiteindelijk ging de ‘strijd’ tussen een groot, praktisch en vrijstaand huis langs de weg van Groningen naar Harkstede, en een klein, schattig boerderijtje vlakbij Assen. Zonder elektriciteit. Of aansluiting op het hoofdriool. Waar echt nog heel veel aan moest gebeuren.

Uiteraard werd het huis nummer 2, waar we al sinds november 2016 met heel veel plezier wonen. De eerste vijf maanden hadden we alleen een generator en een scheepsaccu om onze lampen en douche mee te laten werken. De was en de vaat deed ik bij mijn moeder thuis, waar ik ook de accu’s voor mobiel en laptop oplaadde.

Vlak na Kerst begon Lau de keuken te slopen, want die ruimte zou de badkamer worden (en andersom). Ik weet nog dat ik dacht: ‘O shit, we hebben net de grootste schuld van ons leven gemaakt om dit huis te kopen, en nu gaan we datgene waar we zoveel geld voor hebben betaald ook nog kapotmaken.’

2017
- Verschijning Helemaal het einde

In 2017 kregen we na bijna een half jaar kutten met accu’s en de generator EIN-DE-LIJK stroom. Maar wat pas echt een mijlpaal te noemen viel, was dat ik half januari de definitieve versie inleverde van Helemaal het einde (het boek dat begon onder de titel Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is) (het boek waarvan ik twee jaar eerder nog dacht dat het nooit af zou komen).

Twee dagen voor het Boekenbal kreeg ik een mailtje van Hedda met de vraag of ik toevallig zin had om ook te komen, dus ik vloog nog even snel naar de winkel om een toffe paradijsvogeljurk te halen.


De verhuizing naar onze nieuwe, eigen plek heeft me echt ontzettend goed gedaan. Ik gedij blijkbaar wel op de afgelegenheid van ons huis. En Lau heeft zich ontpopt tot een ware Eigen Huis En Tuin-man met twee rechterhanden.

In juni verscheen mijn boek. Emotioneel en mentaal zat ik nog steeds niet op een lekkere plek. Ik wilde eigenlijk een deel 3 in de Verkikkerd-reeks schrijven – dat had ik al heel lang in mijn hoofd – maar ik wist niet of de mensheid daar wel op zat te wachten.

Het was Martin die in de zomer tegen me zei: ‘Wat maakt het nou uit of mensen erop zitten te wachten? Jij wilt het schrijven, toch? Waarom heb je je eerste boek geschreven? Niet omdat er een uitgever stond te trappelen, want die had je nog niet. Dus waarom?’

Na ons goede gesprek startte hij prompt een livevideo op mijn Facebookpagina waarin hij me zo’n beetje dwong te vertellen wat ik zojuist had besloten, namelijk dat deel 3 van Verkikkerd er gewoon zou komen omdat ik dat wilde schrijven (en dat was reden genoeg). Meteen stroomden de enthousiaste reacties binnen. Ik bof zo met jullie.

En dus ging ik aan de slag.
2018
- Verschijning Onbreekbaar-reeks
- Ten huwelijk gevraagd
- Kipjes

Begin januari had ik een goed gesprek met Hedda over wat we precies wilden met Verkikkerd deel 3 (nu bekend als Verknocht). Verkikkerd en Verslingerd zouden opnieuw verschijnen in een jasje dat paste bij de cover van Verknocht, en het zou ook wel leuk zijn als ik ter promotie een kort verhaal zou schrijven dat gratis gelezen kon worden. Niks langs, hoor. Gewoon iets van 25.000 woorden. MAXIMAAL.

En dus deed ik even een Jonkmannetje en veranderde het plan voor dat korte verhaal in een volledige trilogie over Ferdi en Abby. Onbreekbaar verscheen op Kobo Plus en had binnen no-time duizenden lezers. En toen nóg meer. Er zijn inmiddels misschien zelfs wel meer mensen die Onbreekbaar kennen dan Verkikkerd.

Daar ben ik blij om, want ik heb zo’n beetje heel 2018 eraan gewerkt. Boek 1 schreef ik in vijf maanden, boek 2 in iets meer dan drie maanden, en boek 3 in één maand. EEN MAAND. En het móést af voor half november want:
1) anders was het te laat voor publicatie, en
2) Vijftwaalf.nl begint altijd te lopen vanaf half november, dus ik moest Sinterklaasgedichtjes schrijven als een malle.

Ik: tik tik tik
Ik ging naar het Boekenbal om even met iedereen bij te kletsen en vervolgens de laatste trein te missen en dus pa te moeten bellen of ik bij hem mocht logeren. Vervolgens ging de nachtbus vanaf station Haarlem ook nog eens niet, dus pa kwam me braaf daarvandaan oppikken.

Even terug naar de zomer. Want op 16 juli 2018 werd ik 30 jaar. The big three-oh. Ik gaf een feestje (op 13 juli) en daar werd ik vervolgens doodleuk door Lau in een aanzoekhinderlaag met kipjes gelokt. Het hele verhaal lees je hier (een van de weinige dingen waar ik op mijn website over geschreven heb de afgelopen 2 jaar, haha).

Na deze epische dag hadden we er dus twee gezinsleden bij: kippen Boef en Plof. Uiteindelijk bleek Plof trouwens een haantje, maar dat mocht de pret niet drukken. In september hebben we er vervolgens nog een kipje bij gekocht: Kiki, het supermooie hennetje dat ons vanuit de bodem van haar kippenziel haatte.

Iedereen bleef maar vragen of we al een datum hadden, maar die durfden we niet echt te prikken omdat we natuurlijk ook nog midden in onze verbouwing zaten (zitten) terwijl we per se bij huis wilden trouwen. Bovendien had ik met Onbreekbaar en daarna Vijftwaalf.nl wel wat anders aan mijn hoofd vanaf het moment van het aanzoek. Vlak voor de kerst hakten we de knoop door en prikten we 20 juli, de dag waarop we precies 12,5 jaar verkering hadden, als de beste kanshebber voor onze trouwdag. We appten iedereen die we erbij wilden hebben met de vraag of ze die dag konden, en gelukkig had iedereen tijd. Dus YAY, we hadden een trouwdatum!

Nu hoefden we alleen nog maar álles te regelen in een half jaar. Easy!
2019
- Verschijning Verknocht
- Getrouwd
Het laatste jaar van dit decennium was een soort rollercoaster. Ik kreeg nog steeds een heleboel leuke reacties op de Onbreekbaar-reeks, schreef in een soort manische staat Verknocht af en beloofde toen aan Lau dat ik tot de bruiloft niks meer zou doen, want ik was wel een beetje op.

Ik val een beetje in herhaling, maar Hedda vroeg of ik iets te doen had en, eh, nou ja: opnieuw ging ik superlastminute naar het Boekenbal. Ik was zelf verbaasd toen ik de foto’s terugkeek over hoe vaak ik daar al geweest ben de afgelopen jaren, haha.

Ik deed gekke dansjes met Petra Kruijt en raakte Lisanne een paar keer kwijt, om haar vervolgens weer te vinden, waarna we mijn auto uit de garage haalden en ons een halve hartaanval schrokken van de parkeerkosten. Great success!
In juni verscheen Verknocht. Dat betekent dat ik dit decennium NEGEN boeken heb gepubliceerd. Askdjfjdsfljlksfjdsa;slkdjf! Als klap op de vuurpijl werd hij nog goed ontvangen ook (wat altijd maar even de vraag is bij een nieuw deel in een serie).

In het voorjaar verscheen er nog iets: een broedse kip. En daarna nog één. Om en om zaten Boef en Kiki op het nestje met eitjes, waar uiteindelijk vijf kuikens uit kwamen: Lara (het enige hennetje), Rick, Frank, Inge en Glitter.

In januari had ik een epische trouwjurk uitgezocht bij Weddings met mijn moeder, zusje, schoonzusje, schoonmoeder en ceremoniemeestert.

En die mocht ik op 20 juli 2019 de hele dag aan! Mijn schoonouders kwamen met hun boot bij ons voor de deur liggen (zij wonen op een boot, wij wonen aan een kanaal: perfecte combi) en hebben ons in de week voor de bruiloft ontzettend geholpen met alles netjes en trouwklaar maken. Frank en Inge kwamen nog helpen met strikken in bomen en struiken knopen en dankzij onze geweldige Klinkhamer-helden liep de catering en tentopbouw ook gesmeerd.

Maar een extra speciaal bedankje verdient toch Lysanne, onze ceremoniemeesteres die hemel en aarde voor ons heeft bewogen. Pas halverwege de planning besefte ik dat alle bruiloften waar we tot op dat moment waren geweest, TWEE ceremoniemeesters hadden. En wij hadden alleen Lys! En we zijn de meest chaotische mensen van de wereld! O SHIT!

Gelukkig is alles goed gekomen. De bruiloft was zo geweldig dat ik er niet eens heel veel over wil vertellen, het was zo mooi en echt precies zoals we het wilden. Het was de enige dag in de week die in de voorspellingen als weercijfer een vijf kreeg, verder alleen maar achten en negens. ’s Ochtends heeft het ook kei- en keihard geregend en we hadden onze first look onder een paraplu, maar de ceremonie was gelukkig pas om 15:30, en toen was het weer GEWELDIG. De zon brak door en is niet meer verdwenen.

Nog een reden waarom het precies zo was als wij wilden: we werden getrouwd door Astrid Harrewijn. Als er één persoon op de hele wereld is die dat voor ons moest doen, was het wel Astrid. En wat hééft ze het fantastisch gedaan. De allerbeste BABS van de hele wereld!

Nog zo’n held die onze dag letterlijk onvergetelijk heeft gemaakt is Ralf, onze fotograaf. Hij paste precies tussen onze vrienden en familie in, iedereen heeft het nu nog over hem en vraagt of ik hem ook voor mijn boekpresentaties ga inhuren. Dus, eh, misschien wel? 🙂

Er zijn ook een aantal nare dingen voorgevallen in 2019, waaronder het overlijden van mijn oma, de veel te vroege dood van een zeer dierbaar familielid en wat zaken waar ik verder niet echt op in wil gaan. Ook zijn er wat leden van onze kippenfamilie gesneuveld, omdat de plaatselijke roofvogels onze tuin inmiddels voor de KFC-drivethru aanzien. Dus ik hoop dat jullie het leuk hebben gehad bij ons, Frank, Boef en Kiki 🙁 Gelukkig kreeg Lau voor zijn verjaardag twee supersexy hennetjes, die we An en Dijvie hebben gedoopt en die nu de troep al aanvoeren. Toch nog een beetje leuk kippennieuws, dus.

Voor mij is het dieptepunt van dit jaar – of waarschijnlijk dit decennium – het moment waarop we te horen kregen dat mijn vader terminale kanker heeft. Het voelt nog steeds niet helemaal echt. We proberen nu dus het maximale te halen uit de tijd die we nog hebben met elkaar.

Om toch nog op een positieve noot te eindigen: wij waren niet de enigen die gingen trouwen dit jaar! Ook Lara en Rick, Brenda en Peter, en Frank en Inge stapten in het huwelijksbootje, en daar mochten Lau en ik bij zijn. Echt een eer en supermooi om onderdeel van jullie mooie dag uit te mogen maken.
Rick trekt even zijn sabel. 6x Tante Lean Hij leve hoog!
Ik heb heel veel zin in 2020. Dan verschijnen de Onbreekbaar-boeken als paperbacks en is ons huis eindelijk af (totdat we besluiten dat het tijd is voor een uitbouw, haha).

Wat een ontzettend bepalend decennium is dit geweest, en wat grappig dat al mijn geschiedenis als ‘gepubliceerd schrijfster’ precies binnen deze tien jaar valt. Ik heb vriendschappen voor het leven gesloten, fouten gemaakt, stomme dingen gedaan die leuk uitpakten, leuke dingen gedaan die stom uitpakten, het monster van de existentiële wanhoop (hopelijk) overwonnen, keihard gewerkt, heel veel genoten en vooral veel liefgehad.

Ik hoop in 2029 weer zo’n bizar overzicht te kunnen maken voor jullie.